Superboek

Les:

Het leven van Jezus gaat over het herstel van relaties.

Extra's

• Personageprofielen

  • Maria

    Ontdek meer
    

    Maria

    

    Maria, de moeder van Jezus, was de enige persoon die bij Jezus' geboorte aanwezig was en getuige was van Zijn dood. Bij Zijn kruisiging gaf Jezus Maria onder de hoede van Johannes. Johannes nam Maria mee naar zijn huis. Zij zou zijn "moeder" zijn en hij zou haar "zoon" zijn (Johannes 19:26-27).

    • Bijbelse referenties

      • Lucas 1:38
      • Lucas 1:38
      • Lucas 2:19
      • Lucas 2:35
      • Johannes 19:26-27

  • Maria Magdalena

    Ontdek meer
    

    Maria Magdalena

    

    Nadat Jezus zeven demonen uit Maria had uitgedreven, werd zij Zijn volgeling. Zij was de eerste die de opgestane Christus zag, en Jezus zond haar om de anderen te vertellen dat zij getuige was geweest van Zijn opstanding.

    • Bijbelse referenties

      • Galaten 5:6
      • Marcus 16:9
      • Marcus 15:40
      • Lucas 8:2
      • Johannes 20:11-18

  • Pilatus

    Ontdek meer
    

    Pilatus

    

    Pontius Pilatus was een Romeinse gouverneur van Judea. Toen Jezus voor hem werd gebracht om geoordeeld te worden, was Pilatus ervan overtuigd dat Jezus niets had gedaan om de doodstraf te verdienen. Hij wilde de Joden echter niet boos maken en zijn carrière schaden, dus droeg hij Jezus over om geëxecuteerd te worden (Matteüs 27:26).

    • Bijbelse referenties

      • Matteüs 27:26
      • Matteüs 27:19
      • Johannes 18:31
      • Marcus 14:64
      • Matteüs 27:26
      • Matteüs 27:24

  • Johannes (jong)

    Ontdek meer
    

    Johannes (jong)

    

    Voordat Jezus hem riep om een discipel te zijn, was hij een visser (Matteüs 4:18-22, Marcus 1:16-20). Johannes' relatie met Jezus was zo hecht dat hij "de discipel die Jezus liefhad" werd genoemd. Johannes schreef het evangelie van Johannes, 1 Johannes, 2 Johannes, 3 Johannes en Openbaring.

    • Bijbelse referenties

      • Johannes 13:34-35
      • Matteüs 4:18-22
      • Marcus 1:16-20
      • Marcus 5:37
      • Lucas 9:28-29
      • Marcus 3:17
      • Johannes 19:26-27
      • Johannes 20:31
      • Openbaring 1:9-11

  • Jezus

    Ontdek meer
    

    Jezus

    

    Jezus wordt in de Bijbel geopenbaard als de Zoon van God. Deze titel kreeg hij voor het eerst van Gabriël, die tot Maria sprak en zei: "Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God" (Lucas 1:35). Nadat Jezus door Johannes was gedoopt, zei God: "Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde." Als de Zoon van God was Jezus almachtig op aarde. Hij genas de zieken, dreef demonen uit, liep over water, kalmeerde de zee en had het gezag om zonden te vergeven.

    • Bijbelse referenties

      • Johannes 3:16
      • Lucas 1:35
      • Matteüs 3:16-17
      • Genesis 1:1
      • Openbaring 19:13
      • Johannes 1:1-5
      • Johannes 14:9
      • Marcus 2:5-12
      • Johannes 3:16
      • Johannes 14:6
      • Johannes 14:3
      • Handelingen 1:11
      • Openbaring 19:13

  • Petrus

    Ontdek meer
    

    Petrus

    

    Petrus was een van de twaalf discipelen van Jezus. Petrus was een visser op het Meer van Galilea. Toen Jezus Petrus riep om Hem te volgen, nam het leven van Petrus een heel andere wending. Hij werd een 'visser van mensen'. Petrus was de discipel die uit de boot klom om naar Jezus te lopen, en hij was ook de eerste discipel die Jezus als de Messias herkende. Peter werd later de leider van de opkomende kerk.

    • Bijbelse referenties

      • Matteüs 16:18
      • Matteüs 16:17
      • Johannes 1:42
      • Marcus 1:21
      • Johannes 1:44
      • Matteüs 16:17-19
      • Marcus 1:29-31
      • Matteüs 8:14-15
      • 1 Korintiërs 9:5
      • Lucas 5:10
      • Matteüs 4:18-20
      • Marcus 3:14-16
      • Marcus 1:36
      • Lucas 22:32
      • Matteüs 14:28
      • Matteüs 18:21
      • Matteüs 16:13-17
      • Johannes 18:10
      • Lucas 22:31-34
      • Johannes 21
      • Handelingen 2:14-41
      • Handelingen 3:12-26
      • Handelingen 3:1-11
      • Handelingen 5:12-16
      • Handelingen 12:6-19
      • Handelingen 10
      • Handelingen 15
      • Galaten 2
      • 1 Petrus 1
      • 2 Petrus 1

  • Judas Iskariot

    Ontdek meer
    

    Judas Iskariot

    

    Judas Iskariot was een van de 12 discipelen van Jezus. Hij was aangesteld als penningmeester voor de discipelen, maar hij begreep niet dat Jezus' koninkrijk een hemels en niet een aards koninkrijk was. Hij raakte gedesillusioneerd en werd oneerlijk. Na het Pascha avondmaal verraadde Judas Jezus. Vanwege de schuld die hij voelde door deze daad, pleegde hij zelfmoord (in plaats van Jezus te vragen hem te vergeven).

    • Bijbelse referenties

      • Lucas 22:3-4
      • Johannes 6:71
      • Lucas 6:16
      • Johannes 12:6
      • Johannes 13:29
      • Matteüs 26:14-16
      • Matteüs 27:3-10
      • Handelingen 1:26

• Vraag en Antwoord

  • Waarom moet je bidden als je voor een moeilijke taak staat?

    Volg Jezus' voorbeeld en bid als je voor een moeilijke taak staat. God heeft beloofd je te antwoorden, dicht bij je te zijn en je te leiden. Leer verzen over Gods hulp uit je hoofd en gebruik ze in je gebeden.
    
    
    
    Ontdek Gods liefde en plan voor jou

    • Jozua 1:9
    • Psalmen 121:2
    • 1 Johannes 3:22

  • Was Jezus' leven een goed voorbeeld van onderwerping aan Gods wil?

    Ja! In de Hof van Getsemane vertelde Jezus de mannen die Hem arresteerden dat Hij zijn Vader om duizenden engelen kon vragen om hen te beschermen, maar dat zou voorkomen dat de Schriften in vervulling zouden gaan (Matteüs 26:54). Jezus onderwierp zich aan Gods wil en plan voor Zijn leven. Je kunt zijn voorbeeld volgen door te weten dat God een plan voor je leven heeft en je te onderwerpen aan zijn wil in plaats van te proberen 'je eigen ding te doen'.
    
    
    
    Ontdek Gods liefde en plan voor jou

    • Matteüs 26:54

  • Heeft Jezus voorgeleefd hoe je standvastig kunt blijven ondanks tegenstand?

    Ja. Het leven van Jezus is een voorbeeld van hoe je kalm en standvastig kunt blijven als je met tegenstand te maken krijgt. Vals beschuldigd worden, uitgelachen of gepest worden is kwetsend, maar Jezus begrijpt het omdat Hij het zelf heeft meegemaakt. Jezus leert je ook om "de andere wang toe te keren" (Matteüs 5:39), om je vijanden lief te hebben (Lucas 6:27) en om degenen die je tegenwerken te vergeven (Matteüs 6:12). Zegen degenen die je tegenwerken en bid voor hen (Romeinen 12:14). Als je tegenstand ondervindt, houd dan stand, doe de hele wapenrusting van God aan (Efeziërs 6:10-17) en "verzet u tegen de duivel" (Jakobus 4:7).
    
    
    
    Ontdek Gods liefde en plan voor jou

    • Matteüs 5:39
    • Lucas 6:27
    • Matteüs 6:12
    • Romeinen 12:14
    • Efeziërs 6:10-17
    • Jakobus 4:7

  • Hoe kan Jezus ons met God verbinden?

    Vooral in het boek Romeinen vindt je de waarheid dat je zonde je van God scheidt - maar door in jouw plaats aan het kruis te sterven heeft Jezus het voor jou mogelijk gemaakt om een relatie met God te hebben.
    
    
    
    

    
    
    • Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God (Romeinen 3:23)
    
    
    • Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer (Romeinen 6:23).
    
    
    • Maar God bewijst ons zijn liefde, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren (Romeinen 5:8).
    
    
    • Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered (Romeinen 10:9).
    
    

    
    Deze Superwaarheid wordt ook duidelijk uitgedrukt in de volgende verzen:
    Kolossenzen 1:20: (God heeft) "door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel,
    door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis”
    John 1:12: "Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.”
    
    
    
    Kom in verbinding met God

    • Romeinen 3:23
    • Romeinen 6:23
    • Romeinen 5:8
    • Romeinen 10:9
    • Kolossenzen 1:20
    • Johannes 1:12

  • Waarom moet je anderen over Jezus vertellen?

    Christenen geloven in een opgestane Verlosser. Jezus is de Zoon van God die uit de dood is opgestaan en leeft. Zijn graftombe is leeg. Je gelooft niet in een dode of een stenen afgod, maar in een levend Persoon. Hij houdt van je en is bij je door God, de Heilige Geest. Gehoorzaam Jezus en vertel anderen dat Hij leeft. Geef het goede nieuws door. Vertel mensen overal over Hem (Handelingen 1:8).
    
    
    
    In Mattheüs 28:19-20 moedigde Jezus zijn volgelingen aan met de woorden: "Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. En hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld." Dit wordt de Grote Opdracht genoemd.
    
    
    
    Ontdek Gods liefde en plan voor jou

    • Handelingen 1:8
    • Matteüs 28:19-20